Animatietechniek

Met wat fantasie en enige kennis van filmtechnieken bouw je snel professioneel ogende animaties. Animatie geeft uw films letterlijk een eigen ziel.

Welke diverse animatietechnieken bestaan er? Hoe kan je ze inzetten in je filmprojecten, voor advertenties, social mediacampagnes…?

Het begrip animatiefilm is zeer ruim en dekt verschillende ladingen. Het kan gaan om een klassieke tekenfilm (full animation, limited animation), stop motion, claymation, pixilation...

Afhankelijk van de gewenste techniek zal je veel of weinig met de computer en software aan de slag moeten. De nabewerking, montage en opslag zal echter wel met behulp van een computer gebeuren. Maar één ding moet duidelijk zijn: animeren is arbeidsintensief!

Storyboard

Welke techniek je ook wil gebruiken: animatie begint altijd met een goed verhaal. Je begint niet zo maar zonder meer aan een animatie.

Je bedenkt eerst een leuk verhaaltje, zelfs al moet je enkel en alleen maar een advertentie maken. Daarna zet je je verhaal om in een storyboard.

Een storyboardziet er uit als een soort ruw stripverhaal waarin je tekent welke beelden ( shots) achtereenvolgens zullen getoond worden.

  1. Maak een lijst met de belangrijkste gebeurtenissen en bepaal hiervoor een tijdlijn. Wat wordt er achtereenvolgens getoond?
  2. Bepaal de belangrijkste scenes in het verhaal. 
 Opgelet: het is niet de bedoeling dat je een soort “flipbook” maakt met daarin alle frames. Je maakt eerder een soort stripverhaal.

Naast elke tekening schrijf je wat er te zien is, welke beeldtechniek gebruikt wordt (close-up, long shot). Je vermeldt eveneens welk geluid er te horen is (tekst, muziek…). Vermeld dus ook de dialogen.

Tekenfilm gebruikt lagen

Vervolgens zet de animator het storyboard om in een echte animatie.

Net zoals een film, bestaat tekenfilm of animatiefilm uit een reeks beelden per seconde. Maar je kan het natuurlijk niet zo maar filmen met een camera.

Echte tekenfilm maken, gebeurt nog steeds met de hand. Dit betekent echter niet dat een animator slechts 25 verschillende tekeningen maakt voor elke seconde animatiefilm.

Een tekenaar maakt al evenmin volledige tekeningen. Hij/zij tekent de achtergronden en de figuren afzonderlijk. Dit maakt het mogelijk om bepaalde elementen opnieuw te gebruiken. Bij de eindmontage zal de animator de verschillende tekeningen op elkaar stapelen, als verschillende lagen. Als je een ijsbeer tekent die enkel zijn hoofd draait, dan kan je één tekening maken voor het lijf van de beer, en meerdere tekeningen waarop enkel de beweging van het hoofd wordt getoond.

De diverse tekeningen worden gescand en in een animatieprogramma in lagen geplaatst en gemonteerd. Van groot belang bij het scannen is dat je de tekeningen met de perforatiegaten in een peg bar (een speciaal metalen latje) op de scannerlegt. Zo blijven alle tekeningen exact op dezelfde positie liggen. Jammer genoeg kan de meeste scansoftware (van goedkopere scanners of all-in-one-toestellen) geen vaste scanpositie onthouden. Je hebt immers niet altijd het hele blad nodig, want uw tekenfiguren nemen vaak slechts een fractie van uw papier in.

Deze hondjes huppelen over het scherm. De animatiecyclus voor één hondje wordt slechts één keer getekend.
Met animatiesoftware wordt de animatiecyclus 6 keer herhaald.
(Bron: Wim Tilkin, Kristiaan Erlingen, Kris Merckx)

Vaak gebruikt de animator software voor het inkleurenvan de gescande tekeningen. Ook het op elkaar stapelenvan de diverse lagen en de eindmontagegebeurt over het algemeen met software.

Heel vaak bestaat tekenfilm dus uit meerdere lagen tekeningen die op elkaar worden gestapeld. Een tekening kan ook meerdere frames worden aangehouden. Een PAL-film met 25 fps, zal dus niet noodzakelijk 25 afzonderlijke beelden per seconde bevatten. Is dit wel het geval, dan spreken we van full animation. Als beelden meerdere frames worden aangehouden, spreek je van limited animation.

Het vraagt behoorlijk wat oefening om te bepalen hoe lang elk frame en/of elke tekening moet aangehouden worden. Een film moet de juiste snelheid hebben, maar het vraagt tijd en vooral ervaring.

Voorbeeld

Copyright Kris Merckx

Aan de hand van een storyboard bouwt een animator elke scene stap voor stap op. Elke in de scene aanwezige figuur wordt apart als een cyclus getekend. In het voorbeeld van de beer krijgen we zo de volgende tekeningen:

1. Een achtergrondafbeelding.

2. Een tekening van het emmertje.  

3. Een cyclus van 7 tekeningen waarin de beer zucht (lijf gaat zachtjes op en neer).

4. Een cyclus van 19 tekeningen voor het hoofd.  

5. Een cyclus van 5 tekeningen waarin de wolk van klein naar groot gaat.

6. Een cyclus van 12 tekeningen voor een bewegende gedachtewolk.


= totaal van 45 tekeningen voor een scene van 5 seconden. Hierbij is niet inbegrepen: de inhoud van de gedachtewolk.
De gedachtewolkcyclus kan in de animatie herhaald worden.  

  

Tekeningen voor één hoofdbeweging

Sequentie voor één hoofdbeweging

Resultaat

Volgende pagina